Iedereen heeft zintuigen waarmee er informatie in het eigen lichaam en de omgeving wordt verkregen en verwerkt. Hierdoor kan er efficiënt op de omgeving gereageerd worden en kunnen er adequaat vaardigheden ingeschat worden. Dit wordt de sensorische informatieverwerking genoemd. Als de sensorische informatie niet goed verwerkt wordt kan een kind te veel of te weinig prikkels -binnen krijgen, die van invloed kunnen zijn op het welbevinden, het handelen, de uitvoering van de vaardigheden en het gedrag van het kind.
Tijdens het sensorisch onderzoek wordt er gekeken naar de verwerking van de vestibulaire (evenwicht), tactiele (tast en aanrakingen) en proprioceptieve (spieren) prikkels. Vanwege de samenhang tussen motoriek en sensorische informatieverwerking, wordt er een motorisch onderzoek afgenomen. De behandeling is spelenderwijs en het kind heeft zelf een grote inbreng. De activiteiten worden zo opgezet en ontworpen dat deze de juiste sensorische informatie geven en de daarop passende reactie uitlokken.
Veel voorkomende klachten:
Grip te krijgen op de verwerking van prikkels.